Dat zeggen de partners van drie investeringsfondsen die gelieerd zijn aan
universiteiten. Het blijkt dat de betrokken ondernemers een start met zo’n
investingsfonds kunnen maken om vervolgens bij een tweede financieringsronde
zaken te doen met klassieke investeerders. Het regiofonds fungeert in feite
als een opstap.
Dat schrijft Het Financieele
Dagblad.
Nu zijn reguliere investeerders vaak huiverig om geld te steken in
bijvoorbeeld biotechbedrijven omdat het traject tussen start en succes vaak
lang duurt, veel geld vraagt en ook risicovol is.
In feite doen de regiofondsen een voorselectie. Zij nemen dus wel relatief
veel risico. Maar tot nog toe niet zonder succes, zeggen de partnersTom
Schwarz en Harm de Vries.
In 2007 begonnen zij op verzoek van de Erasmus Universiteit het eerste fonds.
Dat bracht 12 miljoen euro bij elkaar via universiteit, gemeente en
Rabovank. In 2008 volgt een Amsterdams fonds met 10 miljoen opgebracht door
Rabobank, ING, gemeente en provincie. In 2010 volgt een fonds van 16 miljoen
op verzoek van de Universiteit Twente, bijeengebracht door universiteit, een
regionale participatiemaatschappij en vermogende particulieren.
Volgens de partners heeft het Rotterdamse fonds nu 8,5 miljoen geïnvesteerd in
vijf jonge bedrijven die uit de universiteit zijn voortgekomen. Andere
investeerders hebben daar in nieuwe financieringsrondes nog eens 55 miljoen
aan toegevoegd. Alle vijf bedrijven bestaan nog en hebben goede
vooruitzichten.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl